maandag 7 januari 2013

De opmars van de N-VA

Dat de N-VA de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 gewonnen heeft, kan niemand ontkennen. Zelfs Louis - 'we stagneren met een lichte knik naar beneden' - Tobback niet. Maar hoe kan die opmars verklaard worden? Het korte antwoord hierop is dat de traditionele partijen dit vooral aan zichzelf te danken hebben. Het lange antwoord is uiteraard wat meer genuanceerd.

Allereerst is het belangrijk dat we de globale tendensen van 14 oktober nog even in herinnering brengen. Globaal gezien is de consensus duidelijk: N-VA gaat er overal op vooruit, CD&V houdt stand en Groen gaat er licht op vooruit. Dat betekent dat SP.A en Open VLD licht tot aanzienlijk verliezen en Vlaams Belang een rampzalig verlies laat optekenen.

De opmars van de N-VA is dus duidelijk ten koste van Open VLD en Vlaams Belang. De SP.A wordt hierbij niet in acht genomen, aangezien het meer dan aannemelijk is dat het verlies van SP.A vooral te wijten is aan de winst van Groen. Waarom zijn er echter zoveel kiezers die van Vlaams Belang die naar N-VA trekken?

Dankzij het Cordon Sanitaire is een stem voor het Vlaams Belang  ipso facto een nutteloze stem. Immers, elke partij heeft zich ertoe verbonden om geen coalitie aan te gaan met het Vlaams Belang, en bijgevolg moet deze partij altijd in de oppositie zetelen, tenzij ze een absolute meerderheid zou behalen. Of dit democratisch is, moet u zelf uitmaken. Maar, hoe groter het succes van het Vlaams Belang, des te beter was het eigenlijk voor de traditionele partijen. Zij stonden hierdoor relatief veel sterker.

Met de N-VA diende zich nu een partij aan die qua perceptie sterk aanleunt bij het Vlaams Belang. Tegen deze partij is er geen Cordon Sanitaire, en bijgevolg is een stem voor de N-VA wél een nuttige stem. Grosso modo is nu al het merendeel van de winst van N-VA verklaard. Echter, het is wel noodzakelijk om op te merken dat de standpunten van N-VA en Vlaams Belang heel wat verder uit elkaar liggen dan menigeen vermoedt.

Daarnaast zijn er uiteraard nog de 'overlopers' die van andere partijen komen. De redenen voor hun change of mind zijn vermoedelijk uiteenlopend, maar we kunnen ons wel inbeelden dat zij het vooral moe waren dat de andere partijen alleen maar de focus op de N-VA heeft gelegd. In het opzicht van campagne voeren is dat natuurlijk niet verstandig. In een ideale wereld zou campagne over de inhoud moeten gaan. Uiteraard is dit nooit volledig het geval, maar wanneer je enige standpunt 'Pas op voor de N-VA', dan mag je eigenlijk nog van geluk spreken dat je verlies zo beperkt is.

Pas op, enigszins begrijpen we dit ook wel hoor, wanneer aan de vooravond van de verkiezingen naar buiten komt dat de N-VA bij de volgende federale verkiezingen flirt met de drempel van 40 %, dan mag je best nattigheid voelen. Het is dan wel uiterst onbegrijpelijk dat de campagne-strategie, die eigenlijk al twee jaar eruit bestond om 'N-VA foei' te zeggen, nog altijd verder gezet wordt. Cijfers bewijzen immers dat je daar geen stemmen mee haalt. Integendeel, je verliest er een heleboel mee.

En dat is ook logisch, want wanneer je van de verkiezingen een 'pro of contra N-VA' verkiezing maakt, mag het niet verbazen dat je in gemeenteraadsverkiezingen geen al te groot succes boekt. De gemeenteraadsverkiezingen zijn bij uitstek de meest concrete verkiezingen, mensen hebben behoefte aan concrete maatregelen en niet aan een nationale campagne. Je ziet dat ook in de verkiezingsuitslagen; de grote steden behouden hun burgemeester, want die deed het lang niet slecht, behalve Antwerpen, maar dat is dan ook vooral aan de personencultus rond De Wever te danken.

De winst van de N-VA in de kleinere gemeenten is op z'n zachst opmerkelijk te noemen; het gaat hier om honderden mensen die niets ervaring hebben. De N-VA beweert dan graag dat dit een signaal is, dat de federale regering het niet goed doet. Wij denken eerlijk gezegd van niet, het is eerder ongenoegen over het gemeentebestuur, want op gemeentelijk vlak weegt zoiets veel harder door dan op federaal vlak. In dat opzicht is het ook belangrijk te onthouden dat de N-VA bij de gemeenteraadsverkiezingen gemiddeld rond de 20 % zit, tegenover 40 % bij de federale verkiezingen. We zouden dit dus geen signaal durven noemen.

Daaruit blijkt dat elke partij een serieuze fout heeft gemaakt door van deze gemeenteraadsverkiezingen, verkiezingen te maken met nationale impact. Daarvoor moeten we wachten tot 2014. Voor sommigen zal dat wachten bang verlopen, voor anderen hoopvol.

Geen enkel bericht missen? Volg ons op Facebook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten